opvoeden & opgroeien
Peuter | Gezondheid

Jeugdgezondheidszorg

Na de eerste verjaardag van je kind, ben je ouder van een peuter. In de komende drie jaar leert je kind onder andere lopen, praten en zindelijk worden. Het consultatiebureau houdt deze ontwikkelingen samen met jou als ouder bij. Het ene kind leert wat sneller praten, terwijl het andere kind wat eerder kan lopen.

Het consultatiebureau

In de peuterleeftijd zijn er meestal minder afspraken op het consultatiebureau dan in de babytijd. De jeugdarts of jeugdverpleegkundige kijkt nog steeds naar de groei, gezondheid en ontwikkeling van je kind. Daarnaast kun je er terecht met al je vragen over voeding, slapen, veiligheid en opvoeden. Met de jeugdarts kun je dus vrijwel alles bespreken, een gesprek met de huisarts is in veel gevallen dan niet meer nodig. De jeugdarts is goed op de hoogte van de normale ontwikkeling van een kind en weet vaak wat je kind nodig heeft.

Wanneer je uitgebreide vragen hebt of je zit met een ingewikkeld probleem dan kan de jeugdverpleegkundige ook bij jou thuis langs komen. Samen kijken jullie dan wat voor ondersteuning en hulp er nodig is. De jeugdarts kan je als het nodig is verwijzen naar de huisarts of een specialist.

Als je kind tussen drieënhalf en vier jaar is, wordt ook onderzocht of je peuter goed kan zien door middel van een oogtest. Dit onderzoek heet: de visusmeting. Als je kind bijna vier jaar is, krijgt het ook een uitnodiging voor een vaccinatie. Vaak wordt de afspraak voor de vaccinatie dan gecombineerd met de oogtest.

Van Wiechenonderzoek

Om de ontwikkeling van je kind te volgen wordt het Van Wiechenonderzoek gebruikt. Bij dit onderzoek wordt gekeken naar de ontwikkelingsmijlpalen van kinderen in de eerste vier jaar. Ontwikkelingsmijlpalen zijn bijvoorbeeld: teruglachen, kruipen en zwaaien. Het onderzoek wordt genoteerd in een schema, waarmee de jeugdarts en jeugdverpleegkundige bijhouden hoe ver je kind is in zijn ontwikkeling op verschillende gebieden.

Aan de hand van dit schema kun je samen met de medewerkers bij de Jeugdgezondheidszorg in gesprek gaan over de ontwikkeling van jouw kind.

De jeugdgezondheidszorg

Jeugdgezondheidszorg is de preventieve gezondheidszorg voor kinderen en jongeren tussen 0 en 18 jaar. In sommige gemeenten zelfs tot 23 jaar. De JGZ volgt samen met jou de ontwikkeling van jouw kind. In Nederland zijn de gemeenten verantwoordelijk voor deze zorg. Dit betekent dat elke gemeente zelf mag bepalen hoe ze de zorg voor kinderen inrichten. Maar ook hoe de plek waar je de zorg kunt vinden genoemd wordt. Kijk op de website van je gemeente hoe de jeugdgezondheidszorg bij jou geregeld is.

Kijk voor meer informatie over de jeugdgezondheidszorg naar het filmpje op Youtube.com van de GGD.

Ouderchat

Heb je een vraag over opvoeden of opgroeien en vind je je antwoord niet hier op de site? Je kunt je vragen over je kind van 0-18 jaar eenvoudig en anoniem stellen aan een jeugdverpleegkundige via de GroeiGids Ouderchat. Deze Ouderchat is elke dag bereikbaar via de chatknop in de GroeiGids app op je smartphone of via Groeigids.nl.

Bezoeken aan jeugdarts of jeugdverpleegkundige in het CJG

De medewerkers jeugdgezondheidszorg volgen de ontwikkeling van je kind. Ze kunnen je ondersteunen bij de verzorging en opvoeding. Een mogelijke achterstand of afwijking in de ontwikkeling kunnen ze vroegtijdig signaleren. En in overleg met jou tijdig doorverwijzen. Hiervoor nodigen ze je op een aantal momenten uit voor een afspraak in het Centrum voor Jeugd en Gezin of op school.

Extra huisbezoek

In de gemeente Bodegraven-Reeuwijk is er een extra contactmoment als je kind ongeveer 18 maanden oud is. Een medewerker van de Jeugdgezondheidszorg komt dan op huisbezoek.

Heb je een afspraak als je kind ziek is?

Voelt je kind zich niet helemaal lekker en vraag je je af of het wel verstandig is om naar het Centrum voor Jeugd en Gezin te komen? Soms is het beter om de afspraak te verzetten. Voor je kind is het niet prettig om van huis weg te moeten als het ziek is en er wordt voorkomen dat andere kinderen in aanraking komen met besmettelijke ziekten.

Je kunt beter niet komen als je kind:

  • hoge koorts heeft (boven de 39 graden);
  • geen hoge koorts heeft, maar wel een zieke indruk maakt;
  • besmettelijke diarree heeft (meer mensen in de omgeving hebben het ook);
  • in contact is geweest met een besmettelijke (kinder)ziekte of een van deze ziekten heeft, zoals waterpokken, RS-virus of kinkhoest;
  • een natte rode uitslag met puskopjes op de lippen en rond de mond heeft (krentenbaard).

Twijfel je ondanks het lijstje hierboven toch of je wel of niet kunt komen? Heb je vragen of wil je meer informatie? Neem dan gerust even contact op met het Centrum voor Jeugd en Gezin.

Uitgelicht

Bekijk ook